Op verzoek van enkele leden en voor eventuele nieuwe leden en belangstellende voor de KING duif volgt hier een beschrijving van de standaard van de KING, zoals we hem graag willen zien.
Raskenmerken:
De King is gecreëerd in Amerika en gefokt als een allround duif, die zowel goed is voor het vlees en voor de show`
Het lichaam is breed, kort en relatief diep en van alle kanten bezien rond en goed bespierd. Een doffer(manlijk dier) is forser, dan een duivin(vrouwlijk dier). Het gewicht van een doffer is ongeveer 1 kilo en van een duivin ongeveer 850 gram.
Kop:
Relatief groot, vrij breed en gerond, met het hoogste punt boven de ogen en goed passend bij het lichaam. De achter kop loop vloeiend over in de nek, zonder duidelijke nekvorming.(hengsten nek)
Ogen:
Alleen bij wit zijn de ogen donker bij de overige kleurslagen wordt een oranjerode iris verlangt. Bij de bruinserie zijn de ogen lichter van kleur een z.g vals pareloog. De oogranden smal en moeten goed zichtbaar zijn, zodat de dieren een goed zicht hebben. Bij wit zijn de oogranden rood en bij de overige kleurslagen afhankelijk van de veer kleur. Rode oograndjes mogen niet als fout aangerekend worden.
Snavel:
Krachtig, middellang en vrij stomp met een brede snavel aanzet. De snaveldracht wordt zo horizontaal mogelijk verlangt De kleur van de snavel is afhankelijk van de veerkleur, van blank bij wit tot donker bij zwart en blauw, alleen bij veelkleurige is de snavelkleur niet van belang.
Hals:
De hals is relatief fors en komt fors uit het lichaam en wordt verticaal gedragen, zodat de achterzijde van de kop boven de benen komt (dit noemen we de hals-beenlijn) De snavelpunt komt niet voor de borstlijn. De kop moet boven de staart uitkomen.
Borst:
De borst wordt naar voren gedragen en is zeer breed goed bespierd, diep, goed gerond en voor de vleugelbogen uitkomend. De onderbelijning moet een vloeiende doorlopende belijning zijn. Er mag geen verschil te zien zijn tussen de borstlijn en de belijning van de achterpartij.
Rug:
De rug verlangen we kort. Breed bij de schouders en sterk versmallend naar de staart, die ongeveer één staartpen breed mag zijn dit noemen we de versmalling.
Vleugels:
Deze zijn kort goed aanliggend en de rug goed afdekkend.
Het vleugelschild is rond breed en diep.
Staart:
De staart is kort en wordt iets opgetrokken gedragen en is zoals reeds vermeld slechts één pen breed. Het onderstaartdek is stak bevederd.
Benen:
De benen zijn krachtig en middellang, komen in het midden van de borst recht uit het lichaam en knikken niet door.
de benen zijn ongeveer 7 cm lang en staan ook ongeveer 7 cm uit elkaar. De tenen goed gespreid, zodat de duif een goede uitgeballanceerde stand heeft. (door de krachtige poten raden we 11 mm ringen aan, zodat ze niet te strak komen te zitten)
Bevedering en kleur:
De bevedering moet goed aanliggen en zacht aanvoelen.
De kleur moet voldoen aan de kleurbeschrijving van de standaard (zie hiervoor het kleurenblok in de standaard van de N.B.S.)
Enkele veel voorkomende fouten:
Veerscheiding in de hals, verlopende hals-beenlijn, niet diep en breed genoeg in borst, te smal vleugelschild, te korte benen, te korte of ingetrokken hals, te dikke nek, te lang in achterkop, te weinig versmalling en te brede staartdracht, een krom borstbeen en kleurfouten.
Ook komen we bij de keuring nog wel eens dieren tegen die zicht agressief gedragen tegenover de keurmeester.
Dieren met medebewoners hadden voor het inkooien behandel, of gewassen moeten worden, want ook dit hoort bij een schoonheidswedstrijd.